UNDERGOING, UNDER-GOING


GILLES HELLEMANS

APRIL 5, 2025 - APRIL 26, 2025
PIANOFABRIEK, RUE DU FORT 35, 1060 SAINT-GILLES



Texte français
English text



Ondergrondse promenade


De roltrappen markeren zowel het begin als het einde van mijn reis, een verticaliteit die zich kruist met het horizontale pad van mijn verplaatsing. Een transit—veelal vluchtig, soms noodgedwongen—doorheen betegelde en gecementeerde gangen. De metrostations ontluiken zichzelf als gigantische maquettes, begraven onder de grond.

Achter panelen, door halfopen deuren, zie ik verborgen ruimtes voor opslag en onderhoud—raamloze werkplekken. Muren die de aarde ontmoeten, funderingen, ondergrondse rivieren en een biotoop die mij onbekend is. Geen geur van humus hier. Knipperende lichten—dag, nacht, neon—snijden door de obscuriteit, waar de metro verdwijnt en weer opduikt. Een verlengstuk van de stad, waar het moeilijk is om te vatten wat zich boven mijn hoofd bevindt. Ik neem de verkeerde uitgangen, sla de verkeerde richtingen in, zelfs in stations waarvan ik dacht dat ik ze kende.

En dan vertraag ik. Zonder Gilles Hellemans had ik dat niet gedaan. Ondergrondse architectuur draait om circulatie, niet om stilstand.

Undergoing, Under-going. Ondergaan, eronderdoor gaan. 

Het ritme van de metro versterkt het gevoel van afremming. Ik scan de muren, de hoeken, de perspectieven, de voegen, de gebroken tegels en de vervangen zitjes. Ik negeer de mensen niet, maar mijn blik neemt de temporaliteit van de infrastructuren aan.

Ik herinner me een video uit 2020, Skimming Stones (after twenty degrees), gefilmd in metrostation Alma. Gekleed in een blauwe overall strekt Hellemans zijn armen uit naar een nis met houten banken. De soundtrack zingt: “I’ll take care of you. Would you take care of me?” (Ik zal voor je zorgen. Zou jij voor mij zorgen?). Ik vraag me nog steeds af wie hier spreekt. Zijn het de banken die hun toewijding aanbieden, hopend op zachtaardigheid in ruil? Of sust de kunstenaar het straatmeubilair in ruil voor wat comfort?

Het is niet dat ik in een antropomorf gesprek treed met de uitrusting van STIB-MIVB. Mijn lichaam begint de intenties steeds beter te voelen achter de diagonale plaatsing van de tegels in het station Munthof of de ritmische afwisseling van rode en witte strepen in Hallepoort. Ik ervaar zowel de architecturale beslissingen als de inherente kracht van de gebruikte materialen. De heerlijk geometrische aard van de tegels, de gladheid van metaal en de glans van plastic. Eindelijk zie ik de kleurendynamiek in de halte van Zuidstation: een grijze vloer met oranje decors die aansluiten bij de oude metrostellen, een verdieping gehuld in donkerrood, en op de bovenste verdieping geel. Kleuren met evoluerende schakeringen. Het geel van de jaren ’70 is niet het geel van vandaag. Er zijn meer citroenen. 

In zijn video-performances, gefilmd door Marjolein Guldentops, versmelt Hellemans met deze vertrouwde Brusselse omgeving, gehuld in creaties van Stephanie Becquet. In de halte Louiza contrasteren de fijngeweven mouwen van zijn armen met het omringende modernisme. Alsof, uit de soliditeit van materialen en tinten, golvende gedachten opborrelen. Een koude tocht, tussen twee galerijen, brengt de rode linten aan de onderkant van het T-shirt van de kunstenaar in beweging.

Een luchtstroom die me de fluctuerende temperatuur van de metro doet aanvoelen. Gemakkelijk te onderhouden, ijzige oppervlakken, geboren uit de collectieve warmte van het openbaar vervoer. Een onuitnodigend onderdak voor wie geen thuis heeft, maar desondanks een onderdak. Dystopische decors verweven met de bedompte loomheid van het dagelijks pendelen. Hellemans’ installatie—met zijn lange stangen en eenzame zitjes die elkaar de rug toekeren—oscilleert ook tussen de sensualiteit van Italiaans plastic design, dat onze billen omhelst, en de kille eenzaamheid van metaal. Een muterend modernisme dat wit naar grijs doet vervagen, oranje naar bruin en geel naar beige. Zoals de graffiti, moeilijk uit te wissen, die Hellemans me toonde in premetrostation Horta. De resterende pigmenten zijn in het graniet gedrongen, nu nauwelijks nog zichtbare inscripties tekenen art-nouveau spiralen.

Architectuur en haar onzekere transformaties. Hellemans keert terug naar de materialen en kleuren, zoals ze ondergronds bewaard zijn gebleven. Zonder nostalgie of fascinatie voor verval, maar met een esthetische prisma onderzoekt hij hoe onze lichamen reageren op deze ruimtes—soms leeg, soms veel te vol. Ik denk aan mijn hoofd, gevuld met digitale fragmenten bij elke transit die ik doorbreng op mijn smartphone. Metro’s in mijn oogkassen. Hoe kan ik beter zorg dragen voor mijn oppervlakken.



Roshan Di Puppo