JUNGLE JUNGLE JUNGLE
KENNY SCHARF
SEPTEMBER 4 - OCTOBER 25, 2025
ALMINE RECH
“Kunnen jullie naar de camera draaien en lachen alsjeblieft?” De fotograaf van Galerie Almine Rech legt lachende gezichten vast om te tonen wat een gezellige bende opdaagt op de nieuwe tentoonstelling van Kenny Scharf. Ik ben wat teleurgesteld dat ze niet zag dat we ons in de kleuren van het schilderij hadden uitgedost en als kameleonachtigen ongezien het doek zouden kunnen beklimmen. We zouden hem er een dienst mee bewijzen het voorspelbare recept van grunge achtergrond met graffiti voorgrond te boorbreken. “We stalen van de street art” herinnert Kenny Scharf zich tijdens de artist talk over de periode waarin hij zijn vrienden Basquiat en Haring furore zag maken in New York. 40 jaar later vult hij met sprekend gemak de galerie met cartooneske, vloeiende figuren die haastig (zit de politie 40 jaar later nog steeds achter je aan?) op doek zijn gezet. Ik probeer me in te beelden wat een verademing deze graffiti-kunst ooit moet zijn geweest. Maar ik moet moeite doen me in zo een context te kunnen verplaatsen. Het voelt als rondlopen op de verdieping Katholieke devotie-kunst en je plots in een poppenkast wanen. Wat voor machinerie heeft de kunstclerus ineengevezen om deze Scharf-werken mogelijk te maken? “Mijn werk gaat voornamelijk over hoe de natuur, die ik organisch afbeeld, moet winnen van het mensgemaakte, dat ik machine-achtig afbeeld.” Nou Kenny, ik denk dat je reeds lang opgeslokt bent, ik hoor je galmen vanuit de buik van de machine. Ik staar met glazen ogen je schilderijen aan en zie doorheen de pasteuze gestuur de radertjes van het speculatief kunst-bestel schitteren. Ze verdienen dan toch misschien hun eigen verdieping boven of onder de devotie-kunst: de hebbes-kunst. De hele verdieping wordt een portrettengalerij van alle verzamelaars die een Kenny Scharf hebben staan in hun donkere kunstdepots in taksvrije zones. En achter de portretten vullen de schilderijen van Kenny Scharf de muur. Want als decoratie zouden ze prima dienen, denk ik luidop terwijl ik rond mijn as draai in de galerie en merk dat elk werk, ondanks zijn schreeuwerige ruigheid, toch maar mooi een hecht en telkens ander kleurenpalet heeft gekregen. Geen enkele koper kan zeggen dat er geen Scharf in hun nieuw vormgegeven interieur past. Ze kunnen niet anders dan de doeken mee naar huis te nemen. Of te slepen, vanwege hun excessieve formaat, met de vloeiende lijnen het voetpad op. En terwijl het canvas overheen de macadam sleept, verdunt en uitrafelt, komen de figuren helemaal tot leven. De speldrift en de energie waarmee simpele Kenny alles aan elkaar schildert overtuigt me volledig, nu ik ze zie vervormen in het ondiepe water van een plas op straat. Ze slokken me op, ik trek mijn kleren uit, duik diep in de plas en strijd mee met natuur en machine tegen de slavernij waar Kenny aan ten prooi is gevallen.
Jonas Synnave Apers